ondergaan
Het was alsof de man voor de trein zou springen.
De man, ik en de stilte bevonden ons in één moment.
Ik keek toe, hij alsnog in dubio.
Staand aan de buitenboord van de koord
- met enkel zwembroek en teenslippers
- met enkel zwembroek en teenslippers
aan zijn gladgebruinde voeten –
tastten zijn ogen het oceaanoppervlak af,
tastten zijn ogen het oceaanoppervlak af,
inschattend, tegemoetkomend.
De seconden telden zich traag af.
Hij ademde snuivend gulzigdiep.
Ik hield hem binnenin, de lucht die ik gehapt had.
Plots sprong hij plons de diepte in,
temidden ‘t schuim dat ‘welkom’ gebaarde.
temidden ‘t schuim dat ‘welkom’ gebaarde.
Hij was wég, een paar tellen maar…
Snuivend briesend steeg zijn kop op, boven het
wateroppervlak.
Mijn lijf loste adem.
0 Comments:
Post a Comment
<< Home