woordwerksels

Friday, April 07, 2006

Geen wónder dat de enthousiasteling - te weten: de man van een paar verhalen terug – zich gedroeg alsof het ‘zijn café’ betrof. Dat wàs het ook, aldus bleek een paar weken later.
Zijn vroegere stamcafé was aldus zijn territorium, zijn werkterrein geworden… van stroper tot boswachter als het ware …
“Niets blijft bij het oude”, neuriede het in mijn achterhoofd toen er nootjes werden bijgezet – kwestie van de martini te verteren - . De vorige uitbater gaf dan wel geen nootjes (lees: ‘nooitjes’?) zijn porties martini waren wél beduidend groter…
In zijn kielzog had ‘Dé Marc’ – want zo noemde de nieuwbakken café-uitbater – enkele nieuwe klanten aangetrokken. ‘Loosers’ zou een van respect gespeende invulling zijn, maar tóch…’loosers’, geen ander woord likte mijn lippen toen. Een mens is hard in zijn éérste – doorgaans louter op uiterlijk gebaseerde – inschatting van ‘onbekenden’.
Iets haperde, iets ontbrak in het prentje, een zeker ‘gemis’ beving mij…Pas toen ‘Dé Marc’ telefonisch zijn beklag deed en om ‘technische assistentie’ vroeg, hoorde ik het óók; er was géén muziek. De kakafonie aan klanken beperkte zich tot slurpen, zwelgen, hoesten, rochelen, praten, opsnuiven en meer van dat onsmakelijks.
Als àltijd had ik m’n portabele radiootje – zo’n hebbedingetje, een wereldontvanger - bij de hand en door deze simpelweg van zijn oortjes te ontdoen voorzag ik ’t café van ‘maziek’…Algemene bijval, gelach ook…
Mijn verbeelding toonde reeds een jolige bende, al klepperend met de ellebogen, al zingend: “Zó nen goeien hebben wij nog nie’ gehad ! “ “klets boem” werd dan door handen op ellebogen meegeroffeld teneinde - of in de hoop van - het ‘lallen’ een ritmische en visuele meerwaarde te geven…
Wat aanvankelijk een impulsieve daad mijnentwege was, ‘ontaarde’ al vlug in een heuse belasting, een verantwoordelijke bezigheid: de keuze van de muziekzender moest immers in overeenstemming zijn met het genre café(volk), de geluidsweergave moest feilloos, kraakloos tot stand worden gebracht, wat – gezien de afgebroken antenne - géén sinecure was…
Het volume diende bovendien af en toe te worden bijgesteld en àl te grote reklameboodschappen kon ieder daar aanwezig missen als de pest…
Deze nieuwbakken dj kon haar lectuur voor die middag wel vergeten…
Ondertussen daagde ook het besef dat: wat aan klankkwaliteit ontsproot aan zo’n kleinood ik altijd al goed genoeg voor mezelve had gevonden, doch thans eigenlijk te min vond voor derden, zelfs al waren dit in casu ‘loosers’…
Tot mijn opluchting begonnen de boxen plots te rochelen. Enig gevloek en gesar later kon men zelfs van ‘muziek’ spreken…en deze schoenmaker keerde opgelucht terug naar haar leest…