woordwerksels

Tuesday, November 09, 2010

Om Gent gedicht...

Ze barst uit haar kasseien
x-factor ongeëvenaard
Ze omhelst muziek, ambrasseert cinema , keuvelt met kunsten
en gedijt bij zowat alles ‘van deze en gene tijd’.
‘Terrassen’, wil ze en ritmisch bougeren tot de laatste maat
volgegoten derwaarts gaat
Begeesterd wordt ze door wat in tal van haar musea te-kijk-en-toon staat
In groen is ze goéd, met ’n wijngaard
-luttel wat ranken -,
her en der verstrooide parken en lintbeboming…
Burgers en buitenlui wroeten wellustig in geveltuintjes, perkjes en daakse tuinen,
geen mens zo verwend dat hij niet ,uitgestrekt op ’t gras, ’n poze wil luimen
Omzeggens geen taal is haar vreemd
maar haar eigenste dialect hoort ze nog altijd ’t liefste klinken
Ze zal luist’ren evenwel naar elke stem uit om ’t even welk oord
àls dit maar de gemoedzaamheid ende rust niet kouw’lijk verstoort
Want ‘geweldloos’ haar motto en ‘houden van’ de weg erheen
bezorgd om al haar telgen is zij als géénéén.
Studentikoos als ze is, sprokkelt ze zich huiswaarts bij ’t eerste kwelen der vogels
en om haar oudste telgen bekommert ze zich als waren ze pasgeboren
In uw schoot, Gent, weet ieder zich geborgen, zacht geschommeld
in u, Oermoeder gij, wij kommerloos ingedommeld

Louize Lieve Gossye