woordwerksels

Tuesday, January 23, 2007

ontspoorde ochtend

Vroéger dan normaal moeten opstaan is soms reden genoeg om de dag een foute draai te geven.
Een meeneemkoffie op de trein - normaal een troost - ontaardde in een kleine oorlog.
Het lipje van het melkcupje wou immers niet scheuren op de daartoe voorziene inkeepstrip. Koppig gefriemel aan het vacuum getrokken potje maakte dat mijn dikste vinger plots doorheen - wat het deksel moest veronderstellen - pleurde. Melk alom...niets daarvan in mijn koffie evenwel.
Gevolg: onderdrukt gegrinnik van omstaanders en - conform de normen van de NMS volgens dewelke je met zo'n 35 personen in een 'accordeonzak' mag/moet plaats nemen – betekende dat véél volk op een beperkte oppervlakte. In 7 haasten, met een kop als een kreeft - deels door ongemak, deels door gesmoorde kwaadheid, deels door oprukkende warmte van zoveel op elkaar gestouwde lichamen en niet in het minst omdat de koffie nog té heet om drinken bleek - zwolg ik het piepschuimen kopje in één teug leeg. Mijn tong van het éne moment op het andere herschapen tot een gevoelloze opgezwollen vod, té groot voor en vreemd aan mijn eigenste mond.
Op zó'n momenten kan ik de reclamemakers met hun slogans als daar zijn: 'koffie is heerlijk warm genieten' wel door zo'n cupje halen..
Richting toilet dan maar, in de hoop mijn wollen mantel nog enigszins te schonen van witte melkspatten en onwelriekend geurtje. Ook dààr : klein, benauwd en vooral, een trits aan toestellen die automatisch aanfloepen van zodra je voor hun elektronisch oogje bougeert.
In mijn situatie - behangen als ik was met rugzak, sjaal en handtas - een quasi onmogelijke opdracht...te weten...die oogjes te ontwijken.
In één tel tijd sloeg het toilet aan het spoelen, vulde de handdroger de benepen ruimte met nóg meer warme lucht en spoog het kraantje water...het enige waarnaar ik op zoek was.
Tot overmaat van ramp had ik inderhaast mijn handtas te dicht bij de kraan gezet...alsof er uberhaupt élders plaats was. Wéér kreeft...op een ondertussen ranzig bedje van eigen zweet.
Verder bleef de trein gewoon een beetje reizen...

Tourné raté

Het zal aan mij(n lichaamstaal) liggen, vrees ik te moeten toegeven…
Niet zelden immers lijkt het alsof ik een half mimisch, half verbaal stuk tentoon voer, simpelweg om die éne consumptie te bestellen. Ik verklaar mij nader: het publiek: de stamgasten, het décor: een café, de acteurs: zij, te weten: de barjuf en ik de ‘noodruftige’…
Wat gebeurt? Vooral niets eigenlijk…
Het vangt aan met een lichte paniek die kriebelkruipsgewijs bezit neemt van mij. Oorzaak: het vloeistofgehalte van mijn eerste martini is dànig geslonken dat mijn citroentje al niet meer verzuipen kan, alzo steekt het met zijn kopke boven het nat uit…
Op het moment dat mijn aperitief omzeggens herleid is tot een veredeld ijswatertje i.p.v. een ‘eikgerijpte dry’ beslis ik in te grijpen.
Ik pleur wat met mijn langste vinger in het nóg langere glas teneinde die citroenschijf te pakken te krijgen en vooral…in de hoop de aandacht te trekken van de barjuf, dit alles met het oog op het bemachtigen van een tweede consumptie.
Deel één: geslaagd: lekker zuur en vers; luik twee: zowat iedereen, behalve de barjuf, zit – in meer of mindere mate geshockeerd door de handeling – op mijn vinger te kijken…
Plan bèta: ik kwak het restantje ijs in m’n keelgat in de hoop van – en jawél – mij prompt te verslikken… Ook hier: gefronste blikken van omstaanders en een onverbiddelijke, want niet opkijkende bartrien en…géén dokter in de zaal om mij van de ij zo na verstikkingsdood te redden.
De grove middelen dan maar…een quasi leeg glas de lucht inhouden. Een oude bekende in de andere hoek van het etablissement doet hetzélfde in antwoord op wat hij denkt een ‘afstandelijke groet’ te zijn…Wààr is dat barwijf ondertussen gebleven ?? Ze zou beter haar clienteel bedienen in plaats van zich te laven aan haar tapkraan met als gevolg dat ze om de andere minuut naar ’t toilet moet.
Misschien moet men geluid aanwenden om enigszins beweging in deze barak te forceren…ik tik tegen het lege glas.
Prompt hult het café zich in stilzwijgen en rest mij géén andere optie dan ter plekke een speech te verzinnen. Ik besluit mijn door paniek gevoede redevoering - met als dorstlessende titel: “ Bachanalen doorheen de tijden” - met een schorklinkend – tengevolge een droge keel :“toast”en hef terzelfdertijd, ietwat beteuterd kijkend, mijn lege glas…BINGO
Gratis bovendien…want men dacht te doen te hebben met een ‘stand-up comedian’…

impressie

Onwaarschijnlijk toch, hoe een mens kan afknappen bij één enkel gedragskenmerk van een andere mens…Gelukkig is het omgekeerde evenzéér waar.
Concreet: je zit op een terras, vrij onbestemd en ongeïnteresseerd voor je uit te staren. Een man en een vrouw nemen plaats aan het belendende tafeltje. Je taxeert: de rug van de vrouw zegt je weinig, het profiel van de man daarentegen - een John Lennon look-alike brilletje quasi nonchalant halverwege de neus geschoven - grijpt je aandacht. Je bekijkt die kop nog eens goéd, fantaseert er een mooi gebit bij…en die uitgesproken neusbruglijn ligt je wel.
Je staat als het ware op het punt die volslagen vreemde in te lijven als ‘man voor één nacht’ en dàn …dan neemt hij een hap van zijn ‘croque bolognaise’.
Zijn mond zakt dànig schuinscheef naar beneden – als bleek hij plots halfverlamd – en wijkt dérmate open dat een uitgedund leger vaalgrijze halfvermalen tanden bloot komen. De neusvleugels gaan wijdgesperd openstaan alsof zij zélf – in onderlinge afspraak - zich over die saus zullen ontfermen en met een speekselslurp verdwijnt de brij ‘net-niet-geheel’ naar binnen.
Terstond blokkeert je wereld, je huivert en wendt je blik strak voorwaarts op oneindig…
Je middagpauze dommelt voort…
De man zijdelingsachter had je blijkbaar niet opgemerkt; zijn glas is immers reeds halfleeg en jij moet nog je bestelling plaatsen…als plots waarlijke wensdroomklanken je firmament komen binnendrijven; een smetteloos éclatante uitspraak, charmante formuleringen, ‘n zoetgevooisd timbre ontlokt een wellustige rilling over je ganse lijf…
Je blik wendt zich eentwat geloken over je schouder; blijkt die zonnebrildragende jongeling bovendien een adonis te zijn ! Je lust wordt je tot last, je hart gaat in overdrive, je bekokstooft je strategie, récht je rug, laat één bh-riempje gewillig traagjeszacht je schouder afglijden – als betrof het de moderne versie van de ‘gevallen-zakdoek-formule’ – en dan blijkt dat de stoel ondertussen onbemand is…
Enkel het smekken van die eerste onbenul rest nog…

Féminin Fatale

Hoe sommige vrouwen het klaarspelen om in àlle omstandigheden moeiteloos hypervrouwelijk te blijven is mij alsnog een raadsel. Ik slaag er zelfs niét in om - bekleed en behangen met ‘wufte’ attributen - die paar ‘zwakke geslachtsgenen’ (geenéén) in mij te doen ontwaken.Een neerslag van mijn calvarietocht…
De sexy witte hippe jeansrok met split en knopen - die al naargelang de hitsigheid van de verhoopte minnaar desnoods tot die allerlaatste knop kon worden ontknoopt – stond mij als gegóten - lees: net niet té strak om 'putain' te zijn – Op het 'moment suprème' evenwel – te weten: het ‘toonmoment’ richting begeerde derde toe – blijkt die ‘vód’ bevlekt te zijn met roestige restanten van jawel, diezelfde, knopen -. Iedereen weet tenandere dat ijzer en nat - zélfs als dat 'nat' 'wassen' heet, onvermijdelijk een soortement corrosie geeft.Op een witte rok vormt dat onuitwisbaar rost...En gelóóf me, het helpt geen dooie zier om deze gemiste kans alsnog te proberen goed te maken door de rest van de avond de benen kuis gekruist over elkaar geslagen te houden – in dit noodgeval met zoveel mogelijk ‘bevlekte stof’ ertussen gekneld – want wat jij weet, voélt de aanschouwer…Secundo: het kapsel - en néé, we laten ons aller Fabi even buiten beschouwing...Nà een voorstudie van màànden en ontelbare 'zich-er-niet-van-bewust-zijnde-modellen' later, had betrokkene het lef om in haar ondertussen redelijk sluiks uitgegroeide - ontgrijsde weliswaar - lokken een , wat heet ordeloze knot te draaien, daartoe gebruik makend van een retro knijpspeld, dit in navolging van mijn ‘geobserveerd speci(wo)men’. Waar de pijn van het samengestroopte haar nog enigszins te verduren was, was de aanblik daarentegen op z'n minst 'wanstaltig' te noemen: losgeschoten pieken, bij ieder ander 'vrouwelijk nonchalant', oogden bij uw proefpersoon smakeloos, goedkoop, kortom storend...van de straat...Bovendien bleek het onderscheid tussen een professioneel gecoiffeerd 'nonchalant ogend' kapsel en mijn eigenste 'met-mijn-ogen-dicht' proefproject knipselwerk - het moest een beetje 'wild' ogen namelijk - hemelsbreed, pijnlijk duidelijk...Alsof een kompleet lazarus onhandigaard 'carte blanche' had gekregen om met snoeischaar en dito tuinattributen mijn fragiele haargroeisels 'ten oorlog' te verklaren...
Tertio: je stap...'how you walk the street'..Nóg zo'n onoverkomelijk kwaad, een valkuil voor élke vrouw die hoopt op ‘een vrouwelijke tred’ doch ‘geëvolueerd viervoeter’ blijkt te wezen.Ook dààr weer...mijzelve terdége geïnformeerd. Uit grondige observatie bleek dit fenomeen simpelweg een kwestie van voet één zódanig dicht naast voet twee te planten zodat de heup geen andere optie rest dan te wiegen - dit tot lustwekkend object van de mannelijke partij - . Proef op de som: dit onnaturelle stappen ging gepaard met een hinderlijk geknirp van 'de vezels' - noteer: hierbij is ribfluweel het meest luidruchtig, én - en plus - dat gangetje bleek dérmate onnatuurlijk dat mijn heup begod niet wist in welke richting te zwikken...en men kan zich toch moeilijk al 'buikdansend' werkwaarts begeven...
Voorwaar het eindigt niet: waar vrouwen ter gelegenertijd hun nek omgooien daarbij hun weelderig kapsel vrij spel latend, resulteert dit bij mij in een acute nekkramp die maakt dat ik tal van minuten genoopt ben achterom te kijken. Slagen vrouwen erin op doorheen stoppelvelden te lopen op stiletto’s, lukt het mij geeneens om stomweg overeind te blijven op platte caouchouc zolen. Tikken vrouwen na een geslaagde mop de verteller charmant op de arm, sla ik de moppentapper half verrot terwijl ik het uitproest van het lachen…