woordwerksels

Tuesday, April 28, 2009

letter

Liefste brief,
Ik wou je al zo làng schrijven maar er was altijd een reden om dat niét te doen…
Je kent dat wel, hoop ik, denk ik.
Er zaten altijd wel genoeg zinnen in mijn hoofd, geordende gedachten, zaken die
ik geschreven wou zien, maar tóch, er ontbrak me altijd dat éne om het ‘bewaarheid’ te doen worden, om jou, ‘Brief’, te schrijven.
Het is eigenlijk allemaal simpel: er gebeurt zoveel in mijn leven, ik wil dit dan altijd kwijt aan jou, in woorden, in zinnen, gewoon opdat jij dit zou lezen, zou weten.
Terzelfdertijd denk ik dan altijd:”Och, dit is niet belangrijk, ‘Brief’ zal dit wegglimlachen als geneuzel, als emotionele onzinnigheden. ‘Brief’ zal denken over mij: “En, waar is ons schrijvertje nu weer mee bezig ?”
Gevolg, ik hou mijn gedachten in mijn hoofd, spreek noch schrijf ze uit...ze komposteren temidden m’n denksels.
Soms vind ik dit spijtig; ik vind namelijk: spréék waarover je bezig bent, communiceer en dan worden dingen misschien duidelijker, dan krijg je misschien een andere invalshoek omwille van die ander, aan wie je schrijft, tot wie je spreekt, jij dus, ‘Brief’.
Soms denk ik ook: beter zo, heb ik mezelf tenminste niet belachelijk gemaakt door dingen te zeggen die ik nog niet weet. Mensen spreken toch doorgaans over wat ze weten; zoveel heb ik geleerd door te luisteren naar hen...mezelf terzelfdertijd afvragend:” Waarom zeggen mensen mij wat ze al weten ? Wat kan ik er dan nog aan toevoegen ? Wat is de bedoeling hiervan ? Willen ze me overtuigen ? Word ik verondersteld dezelfde mening erop na te houden ?
Je begrijpt, ‘Brief’, ’t is allemaal danig simpel dat het complex wordt...da’s net het mooie aan paradoxen, het zet aan tot verder denken, verder zoeken, nooit meer loslaten...
Want, wat stààt, wat gezegd is, staat vàst, lijkt onomkeerbaar...een feit...
Ik heb het zo niet begrepen op ‘feiten’...snap niet de relevantie van ‘feiten’...
Akkoord, ‘feiten’ zijn een handig hulpmiddel in termen van ‘iets dat je wilt bewijzen’...
Maar dan nóg; iets dat je wilt bewijzen ‘is’ – volgens diegene die wilt bewijzen – al...dus wat is de zin om daarop nog es de nadruk te leggen, wat verandert het ?
Kijk ‘Brief’, begrijp je nu waarom ik je niet wil schrijven ? Het is warrig allemaal, nee ? Niettegenstaande mooi uitgelijnd, met een marge en al en een zinsconstuctie die tegen een stootje kan...houdt het niet echt steek toch ? Maar wat moét ik met al die gedachten als ik ze aan u al niet meer kwijt mag ? Waartoe dien je dan, ‘brief’ ? Ik mag je toch schrijven en van zodra je inkt is opgedroogd, je plooien om je vervolgens helemaal bovenop in mijn ‘brievenkoffer’ te leggen, nee ? Dit is mijn gedacht over jou, ‘brief’...je moet je maar roeren als je’t er niet mee eens bent...
Ik weet het wel, soms verdwijn je, slik je je eigen inkt op, lichtjes bij lichtjes tot je helemaal onleesbaar wordt...Niet fair vind ik dat. Immers, je hebt me nooit gezegd dat je niet worden wou...dus zómaar verdwijnen is dan flauw, vind ik...Te meer omdat het wél mijn gedachten zijn, hé. Zonder hén besta jij zelfs niet, heb je dààr al eens aan gedacht...
Bon, ik wil je niet kwaad maken want ik wil je nogmaals schrijven, ‘Brief’, dus misschien hou ik er hier maar beter mee op...
Geef me een tekentje als je niet akkoord bent, maar verdwijn niet zomaar, als ik een wijle niet naar je omkijk...Niet doen, daar ben ik telkens niet goed van.
Dag Brief,
Je genegen
Schrijfster